Een nieuwe manier om het biologische effect van verlichting te rapporteren
De melanopische verhouding is de aanpak om verlichting te installeren die rekening houdt met de biologische behoeften van de mens. Het is geschikt voor zowel planners, eigenaren als beheerders.
Een factor in de lichtplanning
De Melanopic Daylight Efficacy Ratio (MDER) is een factor die in lichtplanningen wordt gebruikt om de melanopische lux van een verlichtingsinstallatie te berekenen. Aangezien daglicht het menselijke dagritme regelt, is het ook daglicht dat de referentie is voor de melanopische verhouding. De referentie wordt de D65 SPD genoemd en is de "CIE Standard Illuminant" van de International Commission on Illumination. Het lijkt op de kleurtemperatuur van daglicht van 6500 Kelvin en is een koud, wit licht. Op basis van de overeenkomst van de lichtbron, d.w.z. van de diode, met CIE D65, is het mogelijk om de melanopische verhouding van het armatuur te bepalen. De melanopische verhouding is dus een vergelijking tussen de spectrale verdeling van de lichtbron en CIE D65.
Zo werkt de melanopische verhouding
Wanneer u de melanopische verhouding van het armatuur kent, is het eenvoudig om de melanopische lichtsterkte van de verlichtingsinstallatie te berekenen. Het is dus mogelijk om een lichtomgeving te creëren die zowel de menselijke behoefte aan fotopische (visuele) verlichtingssterkte als melanopische (biologische verlichtingssterkte) op een goede manier invult. Melanopische lux wordt berekend door de fotopische verlichtingssterkte van de installatie te vermenigvuldigen met de melanopische verhouding (MDER) van het armatuur. De te bereiken waarde wordt Melanopic Equivalent Daylight Illuminance (MEDI) genoemd en komt overeen met een aanbevolen waarde van 250 lux verticaal ten opzichte van het oog. Een armatuur met een lagere melanopische verhouding heeft een hogere fotopische verlichtingssterkte nodig om de gewenste waarden te bereiken, en vice versa. Armaturen die lichtbronnen met een hoge intensiteit en een hogere kleurtemperatuur bevatten, hebben vaak een hogere melanopische verhouding.
Rekenvoorbeeld
De hoeveelheid en spectrale samenstelling van licht beïnvloedt de hoeveelheid melanopische lux. Dit wordt berekend door de fotopische lichtsterkte van de lichtbron te vermenigvuldigen met de melanopische verhouding (MDER) van het armatuur.
- De grafiek Light intensity bij 4000 K toont de niveaus van melanopische lux (MEDI) bij verschillende fotopische lux, voor bijvoorbeeld een diode met MDER 0,57.
- In de grafiek Correlated colour temperature at 500 photopic lux staan de niveaus van melanopische lux bij verschillende kleurtemperaturen bij een constante verlichtingssterkte van 500 fotopische lux, bijvoorbeeld een armatuur met Tunable White. Dit is waar MDER verschilt bij verschillende kleurtemperaturen: 2700 K – MDER 0,47, 3000 K - MDER 0,53, 4000 K – MDER 0,71, 6500 K – MDER 1,18.
Fagerhult volgt de aanbevelingen van CIE
Op basis van onderzoeksresultaten heeft CIE ervoor gekozen om de termen melanopische DER (MDER) en melanopische EDI (MEDI) te introduceren in de komende wereldwijde standaard, maar dit zijn geen verplichte waarden. Met andere woorden, het is aan elke individuele fabrikant of ze hun waarden willen rapporteren of niet. We doen nooit concessies aan de gebruikerservaring en gezondheid. Daarom hebben we ervoor gekozen om de melanopische verhouding (MDER) op diodeniveau per armatuur op te geven. Vervolgens kan dan eenvoudig de melanopische EDI berekend worden.